Praktijkvoorbeelden

Huiswerkbeleid in lagere school De Toverboom
September ’23. Als nieuwe lagere school in volle opbouw en ontwikkeling, heeft het team van De Toverboom nood aan een doordachte huiswerkvisie en een gedragen en goed onderbouwd huiswerkbeleid.
De directie heeft eerder al kennisgemaakt met de publicatie ‘Scoren zonder Huiswerk’ van De Schoolbrug (2021). Ze is geïnspireerd door deze vernieuwende benadering en de concrete uitwerking van methodieken om met leerkrachten, leerlingen en ouders aan de slag te gaan rond alternatieven voor het klassieke huiswerk.
De weg naar De Schoolbrug is dan niet lang meer en na een verhelderend gesprek en de opstartprocedure van Schoolontwikkeling, gaan we in december samen aan de slag.
Bepaal je ambitielevel en het doel van je proces
Tijdens een eerste werkvergadering bespreken we o.a. de ambitie van het ganse team. Hoe ver willen we gaan?
Zijn we tevreden als we een visie hebben en onze huiswerkaanpak van daaruit vormgeven?
Willen we een stap verder gaan en ons tevens verdiepen in de alternatieven van Scoren zonder Huiswerk?
Of gaan we voor het totaalpakket en werken we aansluitend op ons gloednieuw huiswerkbeleid ook onze visie en schoolwerking uit rond partnerschap met ouders?
Het team kiest voor de derde level.
Laat je voeden door theoretische kennis en wetenschappelijk onderzoek
In deze opstartfase krijgt het team uitgebreide input aan de hand van de uitgave Scoren zonder Huiswerk.
Huiswerk, waar spreken we over? Wat leeft er rond huiswerk bij verschillende stakeholders? Wat speelt er allemaal mee? Wat zegt onderzoek hierover? En vooral: hoe kunnen we allen samen aan de slag gaan?
Breng de huidige realiteit in kaart en bepaal samen je doelen van huiswerk.
De beginsituatie m.b.t. huiswerk is veelzijdig. Hoe ziet de huidige realiteit eruit voor de leerkrachten, de leerlingen én de ouders?
De beginsituatie voor de leerkrachten wordt in kaart gebracht aan de hand van uitwisseling en veel denkwerk tijdens enkele werkvergaderingen. De uitgave Scoren zonder Huiswerk voorziet in de nodige methodieken. Een goede dosering van al dat denkwerk is hier de boodschap, zo blijkt.
De beginsituatie voor leerlingen en ouders onderzoeken vraagt actie van iedereen.
Eerst en vooral vergt het een stevige denkoefening. Wat willen we precies te weten komen? Hoe formuleren we dit alles in heldere ondubbelzinnige vragen? Wie gaat deze gesprekken met leerlingen en ouders voeren? Hoe gaan we om met de verschillende talen? … Met andere woorden, de vijf W’s: Wie? Wat? Waar? Wanneer? Welke manier?
De bevraging van zowat alle leerlingen gebeurt mondeling en individueel door medewerkers van de school die zelf niet voor de klas staan. Zo moeten er geen lestijden wijken en zal de relatie tussen de leerling en de leerkracht de antwoorden niet of slechts minimaal beïnvloeden.
Voor de bevraging van op één na alle ouders wordt de vertaalsite Deeple ingeschakeld.
De leerkrachten kiezen ervoor om zelf de gesprekken met de ouders te voeren voor en na schooltijd. Er wordt een beurtrol opgemaakt, zodat de tijdbelasting voor de leerkrachten mooi verdeeld is. Dit kondigen ze vooraf aan en lichten ze toe via Facebook, Smartschool en mondeling aan de klasdeur. Een aantal ouders krijgt de bevraging op papier aangeboden om thuis zelf in te vullen.
Dankzij de efficiënte organisatie en de gedrevenheid van elke betrokkene, verloopt alles ontzettend vlot. Op vijf dagen is de klus geklaard.
Aan de medewerker van De Schoolbrug de eer om alle input van leerkrachten, leerlingen en ouders te verwerken tot een rapport en conclusies.
Dit leidt tot een eerste goed onderbouwde versie van een visietekst met duidelijke, concrete en realistische huiswerkdoelen.
Het team is klaar om dit om te zetten in een concreet beleid.
Maak keuzes om je visie en doelen te realiseren.
Om tot een goed werkend huiswerkbeleid te komen, moet je eerst en vooral stilstaan bij welk huiswerk werkt en welk niet. Met andere woorden: Hoe ga je je visie en doelen vertalen naar de dagdagelijkse praktijk?
Voor De Toverboom zijn volgende doelen van huiswerk primair:
- Automatisatie van de leerstof
- Inoefenen van de leerstof
- Bieden van succeservaring
Ook worden enkele secundaire doelen afgebakend:
- De brug naar huis maken
- Toepassen van de leerstof in een andere context
- Voorkennis activeren
Tijdens een goed voorbereide werkvergadering wordt stilgestaan bij de vraag: met welk huiswerk bereik je deze doelen? Alle huidige klassieke huistaken én alle alternatieven uit Scoren zonder Huiswerk worden door het team onder de loep genomen.
Dit resulteert in het besluit om enkele klassieke huistaken te behouden en een aantal alternatieven in te voeren. Alle geselecteerde huiswerkvormen en alternatieven worden gekoppeld aan één of meerdere van de doelen, zodat het geheel duidelijk en overzichtelijk is en de doelgerichtheid in de focus kan blijven.
Dit overzicht wordt toegevoegd aan de huiswerkvisietekst.
Pas toe, evalueer, stuur bij
We zijn maart ’25.
Het schoolteam kiest ervoor om na de paasvakantie het nodige voorbereidingswerk te doen zodat elke leerkracht in mei van start te gaan met het toepassen van 3 huiswerkalternatieven, d.w.z. in 1ste, 2de en 3de klas.
Eind juni wordt de praktijk grondig geëvalueerd en maken leerkrachten en directie afspraken voor een betere toepassing het volgende schooljaar.
En last but nog least, we vieren samen de geboorte van wat we zo graag wilden: een stevig onderbouwde visietekst met bewust vooropgestelde doelen en de gekozen huiswerkalternatieven en huistaken om deze doelen te bereiken!
Partnerschap met ouders
Tijd voor de derde level.
Om tot een goed werkend huiswerkbeleid te komen, is het ook van essentieel belang om stil te staan bij hoe je je samenwerking met ouders ziet en in de praktijk gaat brengen.
Dat proces en de verdere begeleiding ervan door De Schoolbrug staat op het programma van schooljaar ’25 – ’26.

Een KOM-gesprek, hoe gaat dat in zijn werk?
“De boodschap is: leren is een proces en je moet het zelf in handen nemen.” Liza Geysels leraar Nederlands
Een KOM-gesprek, hoe gaat dat in zijn werk?
Liza Geysels: “Het KOM-gesprek is een alternatief voor het klassieke oudercontact. De leerling vertelt aan de ouders in eigen woorden wat goed gaat, wat minder en hoe die kan groeien. Als leraar zijn we de coach die de leerling in de juiste richting duwt als het gesprek dreigt stil te vallen. We vullen aan en duiden onze aanpak maar au fond zit de leerling aan het stuur.”
“We bereiden het KOM-gesprek grondig voor tijdens een individueel selfiegesprek, een soort evaluatiegesprek. Daarin peilen we naar hoe de leerling zich voelt, we brengen hun functioneren ter sprake en gaan dieper in op hun resultaten. Dat doen we op basis van een vragenlijst die de leerling vooraf invult. Door in gesprek te gaan, leert de leerling zijn leerproces verwoorden. We geven ook richtvragen mee als leidraad bij het KOM-gesprek ’s avonds.”
“Rond Pasen brengen we ook de studiekeuze ter sprake en helpen we ouder en leerling wegwijs te maken in het kluwen van studierichtingen dat zich op het einde van elke graad aandient. We houden een KOM-gesprek in alle jaren van het middelbaar en in OKAN maar het zou ook werken op het einde van de lagere school wanneer leerlingen mondig genoeg zijn en voor de sprong naar het secundair staan.”
Tijdens de selfiegesprekken stoot je soms op dingen die je anders nooit had kunnen achterhalen Liza Geysels
leraar Nederlands
Welke voordelen ervaar je?
Liza Geysels: “Vroeger kregen de leerlingen hun punten en daarmee was de kous af. Nu vragen we hen om daarover te reflecteren: waar liggen hun talenten, welke hindernissen ervaren ze en hoe kunnen ze die overwinnen? De boodschap is: leren is een proces en je moet het zelf in handen nemen.”
“Ik sta vaak versteld van zelfinzicht van onze leerlingen. Ze voelen goed aan waar hun sterktes liggen en en waar ze het moeilijk mee hebben. Vaak is het een kwestie van nog even doorvragen en hen de juiste woordenschat aan te reiken om wat uit de vragenlijst komt, nog sterker te verwoorden.”
“Die inzichten delen ze vervolgens met hun ouders. De resultaten zijn nog vaak het vertrekpunt maar de leerling vertelt vooral hoe die wil groeien en hoe je dat als ouder kan ondersteunen. Zo groeit de betrokkenheid en halen we de drempel omlaag.”
Liza Geysels: “Het KOM-gesprek begon als een experiment en verspreidde zich als een olievlek.” Er komen vast ook onverwachte dingen naar boven? “Tijdens de selfiegesprekken stoot je soms op dingen die je anders nooit had kunnen achterhalen. Zo was er een leerling die doorgaans goede resultaten behaalde maar plots de tekorten opstapelde. Eerst dachten we dat het met faalangst te maken had maar tijdens het gesprek bleek dat haar thuissituatie de achterliggende oorzaak was. Dan heeft het geen zin om aan de attitude te werken maar moeten we inzetten op welzijn.”
“Dat zijn geen evidente gesprekken en als leraar moet je best wel wat empathie aan de dag leggen. Een leerling die doorgaans vrolijk is, kan plots zijn masker afleggen en heel emotioneel reageren.”
“Leerlingen brengen ook dingen ter sprake die ze liever niet met hun ouders delen. Dat is een moeilijk evenwicht. We willen dat de leerlingen hun ei kwijt kunnen, anderzijds horen we soms dingen die de ouders wél moeten weten. Als het te delicaat wordt, overleggen we met de leerlingenbegeleiding of het CLB om te kijken of we de ouders toch moeten inlichten of externe hulp moeten inroepen.”
We zien niet alleen meer ouders, maar ook leerlingen zijn zich veel bewuster van hun leerproces Liza Geysels leraar Nederlands
Waarom hebben jullie de overstap gemaakt?
Liza Geysels: “Het was vroeger niet altijd evident om de ouders tot op het oudercontact te krijgen. Samen met De Schoolbrug, een Antwerpse organisatie die de band tussen scholen, ouders en leerlingen versterkt, zochten we naar oplossingen. Zij kwamen met het idee aanzetten van het KOM-gesprek. In Vlaanderen is het nog zeldzaam maar in Nederland is het al goed ingeburgerd.”
“Het is begonnen als een klein experiment van enkele leraren die dat wel eens wilden uitproberen. De start viel samen met corona. Mondmaskers en videocalls waren een extra hindernis. Bovendien stond niet iedereen te springen. Het is een extra tijdsinvestering en een emotioneel of stroef gesprek haalt je uit je comfortzone. Toch verspreidde het zich als een olievlek onder de leraren omdat de voordelen overtuigd waren: we zien niet alleen meer ouders maar ook leerlingen die zich veel bewuster zijn van hun leerproces.”
“Nu passen we het schoolbreed toe, telkens aangepast aan wat de leerlingen aankunnen. In de derde graad voeren we het selfiegesprek al wandelend in het park in plaats van in de klas. In OKAN hebben we de richtvragen vervangen door pictogrammen om het KOM-gesprek voor te bereiden. Pictogrammen helpen ook voor ouders die thuistaal niet machtig zijn. Het is dan een extra voordeel om de leerling mee aan tafel te hebben, die indien nodig kan inspringen als vertaler.”

Van thuistaal naar schooltaal
Verlaag de drempel met 'Nederlands voor ouders op school'
Anderstalige ouders meer betrekken in het schoolleven van hun kind? 'Nederlands voor ouders op school' (voormalig KAAP) voorziet Nederlandse les óver school óp school. Zo krijgen ze de basisvaardigheden aangereikt om de schoolloopbaan van hun kind op te volgen.
Annemie van Beirendonk geeft les aan anderstalige ouders met kinderen uit het basis en secundair onderwijs van Pius X. Ze komt vier keer per week samen de ouders om rond schoolse thema’s te werken.
Annemie: “Nederlands voor ouders op School' legt de focus op alles wat met de school te maken heeft. De lessen gaan uit van de dagdagelijkse dingen van het schoolleven. In welke klas zit je kind?, Wat is de naam van de juf of meester? Hoe werkt het schoolreglement? Wat staat er in de agenda van je kind? We bezoeken de klas, maken kennis met de leerkracht, ik leg uit hoe speelhoeken werken, welk soort speelgoed er ligt. Alles doen we in stapjes. “Leren voor de kinderen is een grote motivatie.”
Iedere cursist krijgt De Nederlandse taal uitgelegd in context van de school. We hebben cursisten die analfabeet zijn of die zelf nog nooit naar school zijn geweest. Een van de belangrijkste dingen is dus zorgen dat er een vertrouwensband is, zorgen dat de durf er is. “Wat voor ons vanzelfsprekend lijkt, zijn vaak verborgen drempels voor anderstalige ouders.”
Je kinderen afmelden bij het secretariaat is minder moeilijk als je bekend bent met de persoon aan de andere kant van de lijn. Annemie laat cursisten oefenen met het secretariaat na een persoonlijke kennismaking. Een vrijwilliger, in dit geval Annemie's moeder, is ingeschakeld als extra oefenpersoon om verder te oefenen. Annemie: “We gaan ook op verkenning in de buurt van de school naar plekken waar hun kinderen extra oefenkansen en uitdagingen krijgen en waar de ouders zelf om hulp kunnen vragen. Denk daarbij aan de bibliotheek, cultuurhuizen in ons geval Nova en De Stek.
Schoolbetrokkenheid en thuisbetrokkenheid. Annemie tipt: "Het is belangrijk om te denken aan de basics en alle informatie in stukjes op te delen. Ouders hebben vaak wel een smartphone, maar geen laptop ter beschikking. Zorg zeker voor WiFi.
'Nederlands voor ouders' is een goede start. Er wordt veel geleerd op korte tijd. Na een jaar helpen we cursisten door te stromen naar gepast taalonderwijs voor elke cursist, bijvoorbeeld naar de Centra voor Volwassenonderwijs (CVO ) of Ligo.”
Wat vinden de cursisten zelf?*
“Ik ben nog maar 3 maanden in België, ik heb geen familie of vrienden om Nederlands te oefenen. Ik wil niet alleen de kinderen helpen op school, maar ook sociaal zijn en contacten opbouwen. Bij het inschrijven van de kinderen op school kon ik niet praten met directeur. Mijn vorige job was in Spanje, maar hij sprak geen Spaans. De directeur gaf aan dat ik kon inschrijven bij KAAP. De eerste dag begreep ik geen woord, ik moest van nul beginnen. Ik durfde bijna niet terug te komen, maar ik ben toch gegaan. Na een maand was ik verder en kon ik mijn naam zeggen en adres zeggen."
De cursisten geven aan dat ze Nederlands leren om de kinderen te helpen. “Als er brieven komen van school, wil ik weten wat erin staat”. “Ik wist niet dat ik de agenda moest handtekenen, nu let ik op de brieven in de schooltas”. “We leren wat wij kunnen doen, wat de school kan doen en wat het kind kan doen. Ik had geen weet van de schoolregels. Ik wist ook niet dat ik elke dag een handtekening in de agenda moest zetten.”
“Elke ochtend stond de kleuterjuf aan de schoolpoort en zei iets tegen mij, ik wist niet wat. Hier leerde ik dingen zoals “Wie ben jij” en “Goeiemorgen”. Toen wist ik dat de juf elke ochtend “goeiemorgen” tegen me zei.”
Hoe kan de school helpen?
“Het is leuk als ze ons motiveren. Langzaam spreken. Het praten zelf is moeilijk; de volgorde van de zin, de werkwoorden…Ik zeg wel eens mijn Nederlands is kapot. Ik woon in de Bosschaertstraat. Ik heb er twee dagen over gedaan om dat te leren zeggen. Je moet vaak je adres opgeven.”
“Ook Samenwerken met de juffen en de meester. De directeur komt langs in onze klas en we kunnen vragen aan hem stellen.”
“We gebruiken een boekje met alle belangrijke informatie. Hoe werkt oudercontact, hoe maak je een afspraak, delen van het lichaam, de klok.. Er staat ook een QR code voor meer informatie. Ik neem het boekje mee naar oudercontact, en gebruik het bij telefoneren.
Alle cursisten zijn het eens: 'Nederlands voor ouders op school' werkt. En Annemie in het bijzonder hebben ze in hun hart gesloten.kaap Nederlands voor anderstalige ouders
*De antwoorden van cursisten zijn aangevuld door redactie
Wil je weten of Nederlands voor ouders iets is voor jouw school? Plan een kennismakingsgesprek.